lees meer
In de juridische wereld heerst al geruime tijd verwarring over de gevolgen van het Didam-arrest van de Hoge Raad uit 2021. Dit arrest zorgde voor aanzienlijke veranderingen in het gemeentelijk grond- en vastgoedbeleid door te oordelen dat overheden niet zonder meer onroerend goed onderhands mogen gunnen. Advocaat-generaal (AG) Gerbrant Snijders heeft nu echter geadviseerd om deze regels te beperken en te verduidelijken. In deze blog leggen we uit waarom dit advies zo belangrijk is en welke impact het kan hebben op gemeenten en projectontwikkelaars.
Achtergrond van het Didamarrest
In november 2021 velde de Hoge Raad een uitspraak die als een bom insloeg bij gemeenten en andere overheden. Het Didam-arrest stelde dat overheden bij de verkoop van onroerend goed transparant en gelijk moeten handelen, wat betekent dat onderhands gunnen niet zomaar is toegestaan. Dit zorgde voor veel juridische onzekerheid en heeft geleid tot diverse rechtszaken en onduidelijkheden over de geldigheid van eerder gesloten overeenkomsten.
Het advies van de Advocaat-Generaal
AG Snijders pleit nu voor een pragmatische benadering. Hij stelt dat overheden moeten kunnen afwijken van het Didam-arrest als zij daar goede redenen voor hebben. Bovendien zou het niet naleven van de Didamregels niet tot ongeldigheid van de overeenkomst of overdracht moeten leiden. Dit zou betekenen dat veel eerder gesloten overeenkomsten alsnog geldig kunnen zijn, mits de overheid een redelijke en objectieve rechtvaardiging had om met een specifieke partij in zee te gaan.
Redelijke en objectieve rechtvaardiging
Een kernpunt in het advies van AG Snijders is dat een verschil in behandeling niet strijdig is met het gelijkheidsbeginsel als er een redelijke en objectieve rechtvaardiging voor bestaat. Dit betekent dat als de overheid een goede reden heeft om met een bepaalde gegadigde samen te werken, de Didamregels niet van toepassing hoeven te zijn. Dit biedt overheden de broodnodige flexibiliteit om pragmatisch te handelen zonder telkens in juridische complicaties verstrikt te raken.
Geen terugwerkende kracht
Een ander belangrijk aspect van het advies is dat de Didamregels geen terugwerkende kracht zouden moeten hebben. Het ontbreken van overgangsrecht in het Didam-arrest heeft geleid tot veel onzekerheid over overeenkomsten uit het verleden. AG Snijders stelt dat deze onzekerheid onwenselijk is en dat de geldigheid van dergelijke overeenkomsten niet ter discussie zou moeten staan, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn van onredelijke behandeling.
Wat valt onder de Didamregels?
Volgens Snijders moet de Hoge Raad ook verduidelijken welke handelingen en goederen van de overheid precies onder de Didamregels vallen. Dit gaat niet alleen om de verkoop van onroerend goed, maar ook om andere rechtshandelingen zoals verhuur, pacht, ruil, en de verkoop van roerende zaken en aandelen. Door deze verduidelijking kunnen overheden en andere belanghebbenden beter inschatten wanneer en hoe de Didamregels van toepassing zijn.
Conclusie
Het advies van AG Snijders biedt een broodnodige helderheid in de nasleep van het Didam-arrest. Door de regels te beperken en te verduidelijken, kunnen overheden effectiever en zonder overmatige juridische risico’s handelen. Dit zal niet alleen de administratieve lasten verlichten, maar ook de markt voor onroerend goed en andere overheidsgoederen weer op gang helpen. De uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad wordt met spanning afgewacht, maar het advies van de AG geeft alvast hoop op meer duidelijkheid en werkbare oplossingen voor gemeenten en projectontwikkelaars.
Let’s partner up!
Hebt u vragen ten aanzien van dit onderwerp of bent u voornemens een perceel grond van een overheidsorgaan te kopen? Neem dan gerust contact op via info@najamavoogdadvocatuur.nl of 06 4814 5651. Wij helpen u graag verder!